Tuimelaar dolfijn waarschijnlijk gebeten door grijze zeehond

De tuimelaar dolfijn die op zaterdag 4 december dood werd aangetroffen in de Oosterschelde was ziek en waarschijnlijk eerder die ochtend levend gestrand. De tuimelaar dolfijn kampte met een longontsteking en was bovendien gebeten door een grijze zeehond. Dat laat walvisonderzoekster Lonneke IJsseldijk van de faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht weten.

Een passant trof het dier in de loop van die bewuste ochtend levenloos aan in het water tussen Poortvliet en Scherpenisse en belde direct met SOS Dolfijn. Vermoedelijk was de tuimelaar dolfijn na overlijden met het opkomend water weer teruggespoeld de Oosterschelde in. Vrijwilligers van het Reddingsteam Zeezoogdieren wisten de dolfijn snel te bergen en te transporteren naar Utrecht voor het onderzoek.

De tuimelaar dolfijn werd op 17 oktober voor het eerst waargenomen in de Oosterschelde. Een zorgelijk waarneming, maar helaas kon het rescue team weinig voor het dier betekenen. Een grote dolfijn is niet te vangen of naar de Noordzee terug te lokken. Het dier moest zelf naar buiten zwemmen via de kering of sluis. Dat lukte helaas niet en ook deze waarneming van een dolfijn in de Oosterschelde liep dodelijk af.

Uit het onderzoek is nu gebleken dat de dolfijn kampte met een longontsteking. Het dier had recent nog wel gegeten en was met een lengte van 275 cm en gewicht van 242 kg niet heel erg mager. De meest opmerkelijke bevinding is wel dat de tuimelaar dolfijn ontstoken bijtwonden op het lijf had die passen bij de bijtafdrukken door een grijze zeehond. Het is niet eerder gerapporteerd dat grijze zeehonden tuimelaar dolfijnen aanvallen. Wel is bekend dat zeehonden bruinvissen op het menu hebben staan. Ook is in 2019 een publicatie verschenen waarin blijkt dat soms bruinvissen weten te ontsnappen aan de zeehond, maar wel gewond raken tijdens de aanval. IJsseldijk, één van de hoofdonderzoekers van deze studie, legt uit dat via deze manier bruinvissen een infectie of zelfs bloedvergiftiging kunnen krijgen door de bacterie Neisseria animaloris. Door deze bacterie sterven de bruinvissen uiteindelijk nog aan de gevolgen van de bijtwonden. De bijzondere combinatie van een zieke tuimelaar dolfijn in een semi-afgesloten setting zoals de Oosterschelde, zorgde er vermoedelijk voor dat een zelfverzekerde zeehond zijn kansen groot inschatte en besloot de tuimelaar aan te vallen.

Bacteriologisch en histologisch onderzoek loopt nog. Verder dieetonderzoek wordt nog uitgevoerd door Wageningen Marine Research. Door de stranding op de schelpenbanken was de huid van het dier vol krassen. Identificatie van het dier op basis van uiterlijke kenmerken is daardoor moeilijk. Wel heeft de faculteit Diergeneeskunde beelden gedeeld met organisaties die populaties tuimelaar dolfijnen monitoren, waaronder de Universiteit van Aberdeen in Schotland. Tot nu toe heeft het niet geleid tot een match.

Het strandingsonderzoek van de Universiteit Utrecht wordt gefinancierd door het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Lees hier meer: www.uu.nl/strandingsonderzoek