Donderdag 29 juli ontving RTZ & DA Ameland een melding over een gewone zeehond op het strand van Ameland die verzwakt zou zijn. Ter plaatse aangekomen had het zeehondje ietwat vreemde ogen en een opgezette kop. In eerste instantie dachten wij aan een fikse oogontsteking maar het zeehondje zou ook nog wel eens blind kunnen zijn. In overleg met het zeehondencentrum is het beestje overgebracht naar de vaste wal.
Aangekomen in het zeehondencentrum bleek het zeehondje volledig blind, maar verder in een relatief goede conditie. “Beide ogen blijken onderontwikkeld. Zulke zeehonden zien wij maar heel af en toe” laat woordvoerder Sander van het zeehondencentrum weten. Verder doet de zeehond het prima.
Dat de zeehond blind is hoeft geen belemmering te zijn om in het wild te kunnen overleven. Zeehonden maken bij het jagen op vis namelijk niet alleen gebruik van hun ogen. Met hun snorharen kunnen ze wervelingen in het water waarnemen. Uit onderzoek is gebleken dat gewone zeehonden met deze haren zelfs in het donker een vis moeten kunnen vangen.
Duitse en Deense onderzoekers hebben onderzocht hoe gevoelig de snorharen zijn voor waterwervelingen. Ze deden proeven in een zwembad met een gewone zeehond, de elf jaar oude Sam. Ze onderzochten of hij geblinddoekt het pad van een radiografisch bestuurbare miniatuuronderzeeër kon volgen. Uiteraard is een onderzeeër geen perfecte imitatie van een vis maar het is erg ingewikkeld om zo’n proef met levende vissen te doen.
Sam werd geblinddoekt in een hoek van het zwembad gehouden. Hij kreeg ook nog een koptelefoon op zodat hij de geluidsgolven van het motortje van de onderzeeër niet kon horen. Vervolgens lieten de wetenschappers de ruim zestig centimeter lange onderzeeër een stuk varen volgens een van tevoren geplande route: een bocht naar links of rechts of gewoon rechtdoor. Daarna werd de motor uitgezet. Na vijf seconden werd de zeehond vrijgelaten. Als hij het pad van de onderzeeër wist te volgen dan kreeg hij een vis als beloning. Dit experiment werd meer dan honderd keer herhaald. De zeehond bleek uitstekend in staat om het spoor van de onderzeeër te volgen. In meer dan 90% van de tests lukte dat. Steeds had de zeehond zijn snorharen extra uitgespreid, om zoveel mogelijk informatie op te kunnen pikken.